DE    DUITSE    VERDEDIGING

DE  ATLANTIKWALL

 

De beslissing om een verdedigingslinie langs de kust van West-Europa werd in december 1941, na de inmenging van de Verenigde Staten in de oorlog, reeds door Hitler genomen.

 

De militaire strategie van Hitler tijdens de tweede wereldoorlog leidde er nu toe dat de Duitsers in Europa op twee fronten oorlog dienden te voeren.  Aan het oostfront kreeg Hitler het steeds moeilijker met het Rode Leger, dus wilde hij z'n westelijke flank beschermen tegen een dreigende invasie van de westerse geallieerden.

De dictator bepaalde dat er 15.000 bunkers aan de kust moesten worden gebouwd en dat 300.000 soldaten de kusten dienden te bewaken. Hij gaf de opdracht aan Organisatie Todt, die onder andere de aanleg van de Duitse autosnelwegen had gecoördineerd.

Naast de gestandariseerde bunkers werden ondersteunende luchtafweerbatterijen, radar- of radionavigatiestations en lanceerbases voor de geheime wapens V1 en V2 geïnstalleerd. Toch valt er tussen al deze betonnen kolossen nog een onderscheid te maken : actieve bunkers (met geschut), de sterk uiteenlopende inrichtingen (observatie, bevelvoering, communicatie, munitieopslag), de ondergrondse voorzieningen (werkplaatsen, magazijnen, depots, ziekenverzorging).

 

 

 

 

De bouw van de Atlantikwall, waar 100.000 Duitsers en 8.000 000 buitenlanders bij betrokken waren, resulteerde in een maandelijks verbruik van 600.000 kubieke meter beton. Bovendien waren op de stranden meer dan 500.000 versperringen aangebracht en 6,5 miljoen mijnen gelegd.

Door gebrek aan brandstof en bouwmaterialen werd het opzet – 15.000 bunkers tegen mei 1943 – niet gehaald ( 6000 waren er voltooid).

 

 

 

 

Rommel, die er van overtuigd was dat de landing in het Nauw van Calais zou plaatsvinden, liet dit gebied het zwaarst versterken. Ook werden hier de sterkste kanonnen met kalibers van 11 tot 16 inch, die de Britse kuststeden konden bereiken, geplaatst.

 

 

 

 

Het versterken van de grote havens Cherbourg, Brest, Lorient en Saint-Nazaire slokten ook massa's mankracht en materieel op, zodat met de bouw van een tweede linie 20 tot 30 km. landinwaarts nauwelijks was begonnen.

Op het moment van de invasie waren er 10273 bunkers afgewerkt en nog 799 in aanbouw.

VERDEDIGINGSLINIE  OP  DE  STRANDEN_

 

Aan de kust werden tal van hindernissen opgesteld, die alleen bij eb zichtbaar waren.

Vooraan 'n rij houten palen, waarop mijnen bevestigd waren.  Hierachter 'n volgende rij houten hindernissen, dan een rij thedradydra of betonnen piramidevormige obstakels,  vervolgens metalen Tsjechische egels en als laatste de Belgische poorten, zware stalen hekken van 3 x 2 m. als tankversperring

 

DIVISIES IN HET KUSTGEBIED

 

 

 

Veldmaarschalk Gerd von Rundstedt voerde
het opperbevel van de Duitse troepen aan het
Westelijk Front.

 

Over legergroep B (Noorden) voerde veldmaarschalk
Erwin Rommel het bevel. Legergroep B bestond uit het
7e leger (Normandië + Bretagne), het 15e leger
(Nauw van Calais) en 88e korps (Nederland)

 

 

Legergroep G (zuiden) viel onder Kolonel-Generaal
Johannes Baskowitz.

 

 

 

Vice-admiraal Theodor Krancke voerde bevel over
de Duitse maritieme groep West en beschikte over
een zwakke vernietigingsvloot van enkele motortorpedoboten,
patrouilleschepen en enkele mijnenvegers.
Hij voerde ook het bevel over enkele kustbatterijen.

 

 

Generaal Hugo Sperrle (Luftwaffe 3) voerde het bevel
over 3e luchtafweerkorps, 2e parachutistenkorps en
een 400-tal vliegtuigen.

 

 

 

 

Duitse strijdkrachten in Normandië

243e  statische infanteriedivisie o.l.v. Generaal-Luitenant Heinz Hellmich.

De divisie bestond uit de 920e, 921e en 922e infanterie regimenten en verdedigden de westelijke zijde van de Cotentin Peninsula.

709e infanteriedivisie verdedigde het oostelijke en noordelijke deel van de Cotentin  Peninsula,  waaronder Utah Beach. Het was een samenvoeging  van het 729e, 739 en 919e Infanterieregiment onder leiding van Generaal-Luitenant Karl-Wilhelm van Schlieben.

De 352e infanteriedivisie verdedigde het gebied tussen Bayeux en Carentan. Dit was een goed getrainde en uitgeruste divisie die veel oostfront-veteranen bevatte. Onder leiding van Generaal
Luitenant Dietrich Kraiss.

De 716e Infanteriedivisie verdedigde de oostelijke helft van de landingszone, inclusief de meeste Britse en Canadese stranden. Het waren voornamelijk afgekeurde soldaten van het oostfront en soldaten van andere nationaliteiten zoals Polen en Russen.  Onder leiding van Generaal Luitenant Wilhelm Richter.

De 91e Luchtlandingsdivisie verdedigde de Cotentin Peninsula
(schiereiland rond Cherbourg). De divisie was een samenvoeging van het 1057e en 1058e Infanterie-regiment onder leiding van generaal-majoor Wilhelm Falley.

 

Het 6e Parachutistenregiment verdedigde de verbindingsstad Carentan. 

Onder leiding van Friedrich van der Heydte

 

 

21e Panzer Division onder leiding van Generaal-Luitenant
Edgar Feuchtinger.

 

12e SS Panzer Division Hitler jugend. Gestationeerd in het Zuidwesten. Manschappen waren gerecruteerd
uit de Hitler Jugend (vanaf de leeftijd van16 jaar !)

 

711e Infanteriedivisie verdedigde westelijk deel van Pays de Caux.

+ 30e Mobiele brigade o.l.v. Freiherr von und zu Aufess.

+ 346e Infanteriedivisie ten oosten van Le Havre o.l.v. Generaal-Luitenant Erich Diesel

 

 

BATTERIJEN LANGS DE NORMANDISCHE KUST

 

GATTEVILLE BATTERIJ

* 4 kazematten met 155 mm kanonnen

* Munitiedepot

* Reikwijdte : 20 km.

* Werd op 28 mei gebombardeerd en speelde geen verdere rol in de verdediging van Cherbourg

 


 PERNELLE I    * 6 kazematten met 155 mm kanonnen

                        * Noordwaarts gericht en dus nutteloos wanneer de Amerikanen landen op                              Utah Beach

PERNELLE II    * Uitgerust met 4 kanonnen 170mm met een reikwijdte van 30 Km.  Eén                                 ervan werd beschadigd bij de hevige bombardementen van 9 mei

 

 

 


MORSALINES BATTERIJ

* Uitgerust met 6 Franse 155 mm kanonnen

* Geplaatst in openlucht

* Bombardement in mei vernielde de helft van het geschut

 

 


 

CRASVILLE BATTERIJ

* Uitgerust met 4  105 mm kanonnen

 

 

 


MONT-COQUEREL BATTERIJ

* 4 kazematten met 105 mm kanonnen

* Gelegen boven het dorpje Quinéville

* Vormde geen echt gevaar wegens te  grote afstand van de kust

 

 


 

BATTERIJ VAN CRISBECQ

* Krachtigste batterij aan de kust

* 210 mm Skoda-kanonnen

* Slechts 2 waren op 6 juni in de kazematten geïnstalleerd

 

 


BATTERIJ VAN AZEVILLE

* 4 kazematten met 105 mm kanonnen

* Schuilkelders en munitiedepots

* De verschillende gebouwen zijn via tunnels verbonden

* Kon, wegens beperkte reikwijdte (10 km.), niet effectief opereren


 

BATTERIJ LA MADELEINE

* Bij het plaatsje Saint-Martin-de-Varreville

* 4 Russische 122 mm. Kanonnen op wielen, gemonteerd op 'n platform afwachting dat de kazematten gebouwd werden

* Werden, wegens reëel gevaar voor Utah Beach, veelvuldig gebombardeerd waardoor de Duitsers de kanonnen verder landinwaarts verplaatsten

* De batterij speelde geen rol van betekenis bij de landing


BATTERIJ VAN MAISY / LES PERRUQUES

* Uitgerust met 6 155 mm. Kanonnen

* Met een grote reikwijdte

* Werd in de nacht van 5 op 6 juni hevig gebombardeerd (meer dan 600 ton bommen)

* Vuurde toch nog fel naar Utah Beach, maar werd uiteindelijk tot zwijgen gebracht

   door de Britse kruiser Hawkins

 


 

POINTE DU HOC

 * Met de bouw werd begonnen in 1942

* Uitgerust met 6 155mm kanonnen die een dreiging vormden voor Utah en Omaha

   Beach

* Was voorzien van vele ondergrondse munitieopslagplaatsen en schuilplaatsen voor

   de 200 soldaten

* In 1944 werd begonnen met de bouw van de kazematten

* Eén van de kanonnen werd beschadigd tijdens één van de bombardementen in april;

   de Duitsers haalden de andere kanonnen weg en verplaatsten ze landinwaarts.